Ook Oesofageale Lichen Planus genoemd
We krijgen nog wel eens de opmerking, dat we weinig informatie hebben over lichen planus (LP) in de slokdarm. Dat klopt, want ook in de medische literatuur is niet veel te vinden, zo bleek ook tijdens de herziening van de richtlijn lichen planus in 2021.
LP in de slokdarm geldt als een zeldzame vorm van LP, is moeilijk te diagnosticeren en soms lastig te behandelen. Toch kan het mogelijk bij tot 50% van de mensen met orale lichen planus (OLP) voorkomen. Dat lijkt ook wel verklaarbaar omdat het slijmvlies van de mond, de keel en de slokdarm dezelfde aard en origine hebben. Het grootste deel van de mensen met OLP heeft echter geen of weinig klachten van de slokdarm.
Slikproblemen of pijn bij het slikken (dysfagie/odynofagie – hierna nader uitgelegd).
Van de mensen die moeite hebben met slikken, of die pijn hebben bij het slikken of klachten hebben van zuurbranden, heeft de helft bij onderzoek een vernauwing van de slokdarm in het bovenste deel, die ervoor zorgt, dat het doorgeslikte voedsel niet goed naar beneden kan zakken. Soms wordt zuur eten niet goed verdragen en soms zijn er klachten bij slikken en doorslikken.
Slikklachten komen vaker voor en kunnen verschillende oorzaken hebben. Ze kunnen vanzelf weer over gaan en behandeling is lang niet altijd nodig. Maar als de problemen aanhouden, is het raadzaam om dit te laten onderzoeken door een maag-, darm- leverarts, omdat er een iets verhoogde kans op slokdarmkanker bestaat.
Heb je reeds de diagnose lichen planus en je krijgt slikproblemen, vertel dan de arts dat je lichen planus hebt. Zoek je nog naar een diagnose, heb je huidproblemen èn slikproblemen, vertel de arts dan ook van die huidproblemen. Dit kan helpen bij het stellen van de diagnose LP van de slokdarm.
LP in de slokdarm wordt vaak pas lang na het optreden van de eerste symptomen vastgesteld, vaker bij vrouwen dan bij mannen.
Voor het stellen van de diagnose wordt een zgn. endoscopie van de slokdarm gedaan. Een endoscoop is een flexibele slang met een kleine camera. Via de mond brengt de arts de endoscoop in. Hiermee bekijkt de arts de wand van de slokdarm en maag. Als de arts een afwijkend slijmvliespatroon ziet, kan hij tijdens dit onderzoek biopten afnemen . Daarbij neemt de arts een stukje van het slijmvlies weg voor nader onderzoek. Bij deze behandeling kan op verzoek van de patiënt een ‘roesje’ gegeven worden, zodat het onderzoek als minder belastend wordt ervaren.
De diagnose LP van de slokdarm is niet altijd eenvoudig te stellen en kan makkelijk worden gemist. Wat kan wijzen op LP in de slokdarm is:
Oesofageale LP zit meestal in de bovenste helft van de slokdarm, maar kan in de gehele slokdarm aanwezig zijn.
Bij slikklachten horen twee medische termen - Dysfagie en Odynofagie:
Deze termen worden vaak met elkaar verward. Niet iedereen met slikproblemen ervaart ook slikpijn. Bij LP in de keel of slokdarm kun je dus beide ervaren.
Je hebt het gevoel dat je eten blijft steken in de keel of in de borstholte. Normaal gesproken gaat slikken vanzelf, je hoeft er niet bij na te denken, maar er zijn mensen, die elke dag grote problemen met slikken en de gevolgen daarvan hebben. Hierbij worden “hoge” en “lage” slikklachten onderscheiden.
Hoge slikklachten hebben te maken met problemen bij doorslikken vanuit mond naar slokdarm.
Lage slikklachten hebben te maken met de passage van voedsel door de slokdarm. Denk aan:
Odynofagie duidt op pijn die je ervaart tijdens een onderdeel van het slikproces. Deze slikpijn kun je voelen in de borst en/of de slokdarm met soms uitstraling naar de keel en ontstaat bij problemen met de slokdarm, o.a. ten gevolge van:
Al deze klachten kunnen het eten en drinken erg vervelend maken. Je wilt misschien zelfs liever niet meer (samen met anderen) eten of drinken.
De pijn en de slikproblemen kunnen er ook voor zorgen, dat je gewicht verliest, maar ook dat je onvoldoende voeding en vocht binnen krijgt, wat uiteindelijk kan leiden tot uitdroging, ondervoeding en bloedarmoede. Daarnaast ben je meer vatbaar voor infecties.
Ook kan longontsteking ontstaan, als je het eten niet goed kunt doorslikken en je jezelf daardoor verslikt met als gevolg, dat er voedsel in de longen terecht kan komen.
Behandeling van LP in de slokdarm wordt alleen aanbevolen, als de klachten bij slikken of pijn dit noodzakelijk maken of als de ernst van de endoscopische slokdarm afwijkingen dit noodzakelijk maakt. Er is weinig literatuur over de behandeling van oesofageale LP en goed opgezette studies ontbreken. Dit betekent dat behandeladviezen gebaseerd zijn op ervaringen in expert centra. Tijdige behandeling kan mogelijk slokdarmvernauwing voorkomen.
Het is algemeen gebruikelijk om te starten met lokale op corticosteroïden gebaseerde therapie, bijvoorbeeld met budesonide (in de vorm van een orale oplossing of een zuigtablet) of fluticasonpropionaat (spray doorslikken). Waarbij Budesonide vaak de voorkeur geniet vanwege de minste systemische bijwerkingen en omdat budesonide geregistreerd is voor lokale toepassing in het spijsverteringskanaal.
Als iemand niet of onvoldoende op lokale therapie reageert of als er al een vernauwing aanwezig is, worden soms intralesionale corticosteroïden (door middel van injectie ingebracht) in combinatie met dilatatie overwogen.
Dilatatie is het oprekken van een vernauwing in het maagdarmkanaal. Dit wordt uitgevoerd door een MDL-arts met behulp van een endoscoop. Dat is een flexibele slang met een doorsnede van ruim een halve centimeter, met aan het uiteinde een heel kleine camera. Het beeld van de camera wordt op een monitor weergegeven. Het oprekken gebeurt met een dilatatieballon of kunststof sonde (een Savary bougies).
Soms wordt voor deze behandeling ook gebruikgemaakt van röntgenstraling. Dat noemen we doorlichting. Eerst bepaalt de scopiearts de plaats en de ernst van de vernauwing.
De techniek die gebruikt gaat worden is afhankelijk van de vernauwing die je hebt.
Ook kan behandeling met een systemisch corticosteroïd - eventueel in combinatie met een steroïdsparend immunosuppressivum - overwogen worden. Ervaringen met andere afweerremmende middelen zijn beperkt.
In grote lijnen geldt bij LP in de slokdarm hetzelfde als bij orale LP – wat bij OLP de mond irriteert, zal ook in de slokdarm over ’t algemeen niet prettig voelen:
Bronnen: Richtlijn Lichen Planus 2021, www.thuisarts.nl
Op de foto een paar potten uit de zgn. Bleulandcollectie.
Links een doorsnede van de slokdarm, rechts een hele slokdarm.
In het midden een stukje huid.
Het museum Bleulandinum is genoemd naar Professor doktor Jan Bleuland. Hij legde de basis van de museumcollectie die in 1838 werd verworven door de Universiteit van Utrecht. De collectie is een bijzondere verzameling waaronder prachtige wasmodellen van het menselijk lichaam.
Bezoek ook het Bleulandkabinet in het Universiteitsmuseum Utrecht.